Ga naar innoud

De grondwet en de Belgische monarchie

Gemaakt op 22-07-2016 , voor het laatst bijgewerkt op 28-02-2021

De Belgische monarchie is gebonden aan de grondwet en is zodoende een constitutionele monarchie. De grondwet bevat een aantal artikelen en paragrafen gewijd aan de bevoegdheden en restricties van de koning(in). Tevens zijn er nog een aantal andere zaken waar het Belgische koningshuis zich aan moet houden.

Troonopvolging

Zie de huidige lijn van de troonsopvolging voor de lijst van troonopvolgers.

  • Wettige nakomelingen in rechte lijn van koning Leopold Ⅰ en volgens eerstgeboorterecht hebben rechten op de troon. (Titel Ⅲ, Hoofdstuk Ⅲ, Afdeling Ⅰ, artikel 85, lid 1)
  • Trouwt men zonder toestemming van de koning en de regering, verliest diegene zijn rechten op de troon. (Titel Ⅲ, Hoofdstuk Ⅲ, Afdeling Ⅰ, artikel 85, lid 2)
  • Het recht op de troon kan worden hersteld, mits de koning en de beide Kamers hiermee instemmen. (Titel Ⅲ, Hoofdstuk Ⅲ, Afdeling Ⅰ, artikel 85, lid 3)
  • Zijn er geen wettige nakomelingen meer, kan de koning zijn opvolger benoemen mits de beide Kamers hiermee instemmen. Benoemt de koning geen opvolger, is de troon onbezet en voorzien de beide Kamers in het regentschap totdat binnen twee maanden zij een opvolger benoemen. (Titel Ⅲ, Hoofdstuk Ⅲ, Afdeling Ⅰ, artikel 86 en 95)

↑ Terug naar boven

Financiën

Zie de speciale pagina over de financieën en kosten van de Belgische monarchie

↑ Terug naar boven

Koningsschap

  1. De koning kan niet tegelijk van een ander land staatshoofd zijn zonder instemming van beide Kamers. (Titel III, Hoofdstuk III, Afdeling Ⅰ, artikel 87)
  2. De koning valt onder ministeriële verantwoordelijkheid. (Titel Ⅲ, Hoofdstuk Ⅲ, Afdeling Ⅰ, artikel 88)
  3. De koning is vanaf 18 jaar meerderjarig (Titel Ⅲ, Hoofdstuk Ⅲ, Afdeling Ⅰ, artikel 91, lid 1)
  4. De koning is pas koning nadat hij in een vergadering van beide Kamers de volgende eed heeft afgelegd: "Ik zweer dat ik de Grondwet en de wetten van het Belgische volk zal naleven, 's Lands onafhankelijkheid handhaven en het grondgebied ongeschonden bewaren." (Titel Ⅲ, Hoofdstuk Ⅲ, Afdeling Ⅰ, artikel 91, lid 2 en 3)
  5. Is bij het overlijden van de koning diens opvolger minderjarig, komen beide Kamers bijeen om de voogdij te regelen en een regent aan te stellen totdat de meerderjarige leeftijd is bereikt. Er kan slechts één regent worden aangesteld en die treed pas in functie nadat hij de eed heeft afgelegd. (Titel Ⅲ, Hoofdstuk Ⅲ, Afdeling Ⅰ, artikelen 92 en 94)
  6. Verkeert de koning in onmogelijkheid om te regeren komen beide kamers bijeen om de voogdij te regelen en een regent aan te stellen. (Titel Ⅲ, Hoofdstuk Ⅲ, Afdeling Ⅰ, artikel 93)

↑ Terug naar boven

Bronnen

  • Trachet, Tim. Alles over de monarchie: van koning Leopold Ⅰ tot prinses Mathilde. Uitgeverij Houtekiet. 2010. ISBN 978 90 8924 105 4
  • Wikisource.org - De Belgische Grondwet - Titel 3