Ga naar innoud

De grondwet en de Deense monarchie

Gemaakt op 22-07-2016 , voor het laatst bijgewerkt op 28-02-2021

Net als vele andere monarchieën in Europa is de Deense gebonden aan de grondwet en daardoor een constitutionele monarchie.

Grondwet

De Deense grondwet heeft de volgende bepalingen:

  • De koning kan niet over meerdere landen regeren zonder toestemming van het parlement. (deel 2, sectie 5)
  • De koning moet lid zijn van de Evangelisch-Lutherse kerk. (deel 2, sectie 6)
  • De koning is meerderjarig als hij 18 jaar is. Hetzelfde geldt voor de troonopvolger. (deel 2, sectie 7)
  • De koning moet een Declaratie schrijven waar hij schrijft zich aan de grondwet te houden voordat hij de troon bestijgt. Eén examplaar wordt overhandigd aan het Parlement, het andere exemplaar is voor het openbaar register. Als de koning niet in staat is om deze declaratie te ondertekenen bij zijn troonsbestijging zal de Raad van State het regeren overnemen totdat de declaratie is getekend. Is de declaratie al getekend door de koning toen hij nog troonopvolger was, zal hij onmiddelijk de troon bestijgen als deze vrij komt. (deel twee, sectie 8)
  • Bepalingen betreffende de uitoefening van de soevereine macht in het geval van de minderjarigheid, ziekte of afwezigheid van de Koning worden vastgesteld per statuut. Als er bij een onbezette troon geen wettige opvolger is, zal het Parlement een nieuwe koning kiezen en een nieuwe lijst van troonopvolging opstellen. (deel 2, sectie 9)
  • De Civiele Lijst van de Koning geldt voor de duur van zijn regeringsperiode en wordt toegekend per Statuut. Dat Statuut zal ook voorzien welke kastelen, paleizen en andere staatseigendommen ter beschikking worden gesteld aan de koning. Er kunnen geen schulden ten laste worden gelegd aan de Civiele Lijst (deel 2, sectie 10)
  • Door middel van een Statuut mogen er dotaties toegekend worden aan de leden van de koninklijke familie (deel 2, sectie 11)
  • De koning is niet verantwoordelijk voor zijn daden. Hij is onschendbaar. (deel 3, sectie 13)
  • De koning zal de premier en overige ministers aanstellen en/of ontheffen van hun taak. (deel 3, sectie 14)

↑ Terug naar boven

Wet over voortzetting van de regering in het geval van minderjarigheid, ziekte of afwezigheid van de Koning

Deze wet is opgesteld door koning Christian Ⅸ in 1871 en bevat de volgende punten:

  • Als de regerende koning door ziekte of afwezigheid de regering niet kan leiden, wordt die taak doorgegeven aan de troonopvolger als die meerderjarig is, in Denemarken aanwezig is en niet ziek is. In het andere geval wordt de taak doorgegeven aan een regent.
  • Als de koning zelfs niet meer in staat is om de nodige voorzieningen te treffen voor regeringsoverdracht zoals hierboven genoemd, wordt er een Verenigde Vergadering bijeengeroepen om de taak aan de troonopvolger te geven als hij meerderjarig is, niet ziek en aanwezig is in Denemarken. In het andere geval wordt er gestemd om een regent aan te stellen. Degene die als regent gekozen wordt moet meer dan de helft van de stemmen hebben.
  • Als er vrees is dat bij de dood van de koning de troonopvolger minderjarig is of op een andere manier niet in staat is om te regeren, wordt er een regent aangesteld in overeenstemming met de bepaling Toestemming van Regeringsoverdracht. Overlijdt de koning zonder dergelijke bepaling, wordt de regering en het parlement bijeengeroepen om een regent aan te stellen.
  • Is bij de dood van de koning de troonopvolger niet in Denemarken, wordt in een Verenigde Vergadering een datum vastgesteld wanneer de troonopvolger terug in Denemarken moet zijn om de regering over te nemen.
  • Een regent kan alleen een prins zijn met rechten op de troon of een man die Deens onderdaan is en lid van de Lutherse kerk.

↑ Terug naar boven

Wet op de troonopvolging

De troonopvolging is geregeld via de Wet Troonopvolging. Voor de huidige troonopvolgers zie huidige lijn van de Deense troonopvolging.

  • De troon is alleen voor nakomelingen van koning Christian Ⅹ en koningin Alexandrine, met toepassing van het eerstgeboorterecht.
  • Alleen nakomelingen uit een wettig huwelijk hebben recht op de troon.
  • Een prins of prinses van Denemarken met rechten op de troon moet voor zijn of haar huwelijk toestemming vragen aan de koning en de Raad van State. Als dat niet gebeurd verliest hij of zij de rechten op de troon. Een ongehuwde koning moet voor zijn huwelijk toestemming krijgen van de Folketing (het parlement)

↑ Terug naar boven

Civiele Lijst

Voor de regelgeving rond de Civiele Lijst van de Koning, zie de pagina kosten van de Deense koninklljke familie.

↑ Terug naar boven

Voetnoten